Over Lakenvelders
De Lakenvelder behoort met de blaarkop en de witrik tot de oudste Hollandse koeienrassen. Het is een aansprekende koe, direct herkenbaar aan het witte laken om zijn buik: een ‘sieraad voor het landschap’. Er bestaan zowel zwarte als rode Lakenvelders.
In de volksmond worden ze tegenwoordig ook wel mergpijp of oreo koeien genoemd.
Het zijn makke koeien, die niet veel nodig hebben en het uitstekend doen op hooi en gras. Bijkomend voordeel: het vlees is van prijswinnende kwaliteit!!
Toen
De lakenvelder is een al eeuwenoud ras.
Hoewel in het buitenland soms beweerd wordt dat het van oorsprong een Nederlands ras is, is dat niet aangetoond en daarom onzeker. Dit komt doordat de registratie destijds nog niet aanwezig was.
Stamboeken en identificatie en registratie bestonden nog niet.
Het is wel aannemelijk dat de lakenvelder een Nederlands ras is.
Lakenvelders werden ook wel 'parkrunderen' genoemd, vooral omdat ze gehouden werden op de buiten verblijven en landhuizen met hun grote parken vanwege hun mooie aftekening.
Parkrunderen op landgoed, 19e eeuw
Met het grotendeels verdwijnen van deze landgoederen in de 20e eeuw werd de lakenvelder met uitsterven bedreigd, en niet voor het eerst. Op het dieptepunt waren er in heel Nederland nog zo'n 300 lakenvelder runderen, een aantal dat fokkerij moeilijk maakt in verband met inteelt.
Heden
Er zijn in Nederland ruim 3300 lakenvelder runderen en dit aantal is groeiende. Lakenvelder runderen zijn er in twee kleuren "Rood wit" en "Zwart wit", het merendeel van de populatie heeft de kleur "Rood wit".
De lakenvelder wordt vooral gewaardeerd om haar vriendelijke karakter en haar probleemloosheid. Met name zorgboerderijen, natuurboerderijen en hobbyboeren werken graag met lakenvelders.
Door de goede voederomzetting en het gemakkelijk afkalven wordt de lakenvelder ook steeds populairder bij natuur onderhoud.
Het fokken van lakenvelders is een kunst. Aan de ene kant moet het dier goed van bouw zijn, zodat het dier zich zelf prima kan redden, aan de andere kant is een mooie aftekening gewenst. Door op meerdere eigenschappen te selecteren is een snelle genetische vooruitgang op alle eigenschappen onmogelijk. Een kudde goede koeien fokken met een fraaie uniforme aftekening vraagt tijd, geduld en energie.
Overgenomen uit Wikipedia
Levend cultureel erfgoed
De geschiedenis van de Lakenvelder gaat zeer ver terug. Al in de 13de eeuw worden er beschrijvingen gemaakt van runderen met het typische laken om de buik. Ook op schilderijen uit de middeleeuwen staan koeien met deze markante aftekening waardoor we met recht kunnen stellen dat het Lakenvelder-ras behoord tot het levend cultureel erfgoed van Nederland.
Jacob hoedt de kudde van Laban. Olieverfschilderij door François Rijckhals, 1642.
(Collectie Zeeuws Museum, aangekocht met steun van Vereniging Rembrandt)
Helemaal rechts staat een lakenvelder.
En iets later
Lakenvelders op de Oudelandsedijk te Sommelsdijk (Goeree Overflakkee), Jan van Vuuren.
Zeldzaam koeienras
Helaas werd het voor de Lakenvelder ook lastiger om te overleven toen de adel uitstierf. Door de specifieke selectie op het uiterlijk bleven de productie eigenschappen wat achter. Dit resulteerde in een lage melkgift en weinig kilogrammen vlees.
Vooral in de twintigste eeuw heeft het ras het heel moeilijk gehad om voort te blijven bestaan. Fokken met een Lakenvelderstier was zelfs verboden in de jaren ’50.
Enkele eigenwijze fokkers bleven dit unieke stukje levend erfgoed in stand houden en zorgden er zo voor dat we tot op de dag van vandaag van de Lakenvelder kunnen genieten.
Vijftig jaar geleden waren er nog maar 250 stamboek Lakenvelders over de hele wereld, het ras was dus nagenoeg uitgestorven. Inmiddels zijn er 3500 Lakenvelders op de wereld.
Daarmee is het nog steeds een zeldzaam koeienras.
Lakenvelder stamboek
In 1918 werd er een Lakenvelder stamboek opgericht. Helaas werkten de fokkers niet goed samen waardoor dit initiatief in 1931 aan een zachte dood stierf. Decennia lang is het stil rondom de Lakenvelders.
Pas bij de oprichting van de Stichting Zeldzame Huisdieren (1976) wordt er weer een inventarisatie gemaakt. Daaruit blijkt dat het droevig gesteld is met de populatie.
In 1979 wordt daarom de Fokkers Club voor Lakenvelders opgericht. Vanaf dat moment gaat het langzamerhand weer bergopwaarts, zowel kwantitatief als kwalitatief.
In 1997 wordt de Fokkers Club omgedoopt in de Vereniging Lakenvelder Runderen, die ook het stamboek gaat beheren.
Zie ook de site www.lakenvelderrund.nl.
Bent u nieuwsgierig naar deze parel in het landschap?
Kom eens kijken in de mooie Belmermeer.
Op afspraak bent u van harte welkom voor een bezoekje aan onze Lakenvelders.